Vlak bij huis, de Soester Duinen.
Z6_DSC8946 by
Luc de Schepper, on Flickr
Van Wikipedia "HET ONTSTAAN VAN DE SOESTER DUINEN"
De Utrechtse Heuvelrug is een stuwwal die is gevormd door opschuivend landijs in de voorlaatste ijstijd, het Saalien. In de op het Saalien volgende warmere periode, het Eemien, was Nederland vrijwel geheel bedekt met loofbomen. Dit interglaciaal eindige ongeveer 80.000 jaar geleden. Toen brak opnieuw een ijstijd aan, en daalde de zeespiegel sterk. Tijdens deze laatste ijstijd, het Weichselien, kwam in Nederland geen landijs voor, maar er heerste wel een uiterst extreem klimaat. De bodem was geheel bevroren, alle vegetatie verdween en de wind kreeg vrij spel. Er werden toen in de luwte van de heuvelrug, aan de noordoostzijde, dikke zandpakketten afgezet door de heersende westenwind (dekzanden).
In het Holoceen, vanaf ongeveer 8.000 jaar Voor Christus werd het klimaat geleidelijk warmer en natter. Aanvankelijk vestigden zich berken en grove dennen. Daarna volgden loofbossen. Ook de Utrechtse Heuvelrug raakte weer begroeid.
Toen in de Middeleeuwen de bevolking groeide verdween het bos. De belangrijkste oorzaken waren: houtkap en intensieve begrazing, vooral door schapen. In deze tijd ontstonden op de Utrechtse Heuvelrug uitgestrekte heidevelden. Op plaatsen waar zeer intensief begraasd werd ontstonden in de Late Middeleeuwen stuifzanden. Daar groeide niks meer en kreeg de wind weer vrij spel. Net als alle andere Nederlandse stuifzanden ontstonden de Soester Duinen door (te) intensief betreden, plaggen, en/of branden van de heide.
Het stuivende zand van de Soester Duinen vormde soms een probleem voor boeren in aangrenzende gebieden, bijvoorbeeld in het buurtschap De Birkt tussen Amersfoort en Soest. Om hun landerijen tegen zand te beschermen werden houtwallen aangelegd.
Toen de schapen van de Utrechtse Heuvelrug verdwenen veranderde de heide op veel plaatsen weer geleidelijk in bos en raakten ook de stuifzanden weer (deels) begroeid.